Naar de hoofdinhoud

Wat zijn repro-problemen?

Begrijpen wat een repro-probleem is in Datamars Livestock

Deze week bijgewerkt

Niet cyclisch

Niet-cyclische dieren zijn niet tochtig geworden na het kalven. Door deze dieren vóór de inseminatie te identificeren, kunt u vroeg ingrijpen om ze weer in cyclus te krijgen. Dit kan helpen om het reproductie- en drachtpercentage te verbeteren.

Dieren worden aangemerkt als Niet cyclisch (Vroeg) als ze 35 dagen na het kalven nog niet tochtig zijn, en als Niet cyclisch (in gevaar) na 50 dagen zonder tocht.

Als bij een scan wordt waargenomen dat een dier leeg is of er een abortus is geregistreerd, zoeken we ook of er een waarschuwing voor repro-problemen is gegenereerd.

Een niet-cyclische periode eindigt wanneer:

  • Er tocht bij het dier wordt waargenomen

  • Er een inseminatie wordt geregistreerd

  • Een koe als drachtig wordt gescand of,

  • Een koe een kalf werpt

Een active oortag of active halsbandtag moet minimaal 24 dagen zijn aangebracht voordat een melding voor een niet-cyclisch dier wordt ontvangen.

Onregelmatige tocht

Een dier met een onregelmatige tocht heeft 3 of meer perioden van tocht in 30 dagen. Dit wijst vaak op een reproductieprobleem, zoals cystische eierstokken.

Als een dier een onregelmatige tocht heeft, raden we aan om haar activiteitengrafiek te bekijken om er zeker van te zijn dat de tocht geschikt is voor inseminatie.

Een periode van onregelmatig tocht eindigt wanneer:

  • De tochtcyclus weer normaal is, of

  • Een koe een kalf werpt

Een active oortag of active halsbandtag moet circa 25-30 dagen zijn aangebracht voordat een melding voor een onregelmatige tocht wordt ontvangen.

Drachtverlies

Bij een dier wordt drachtverlies geconstateerd als het 45 dagen of langer na een inseminatie of een positieve drachtscan tochtig is. Dieren vinden die drachtverlies hebben gehad:

  • dit biedt de mogelijkheid om het dier weer drachtig te krijgen als het drachtverlies vroeg plaatsvindt en het dier zich nog in het voortplantingsseizoen bevindt OF

  • het helpt bij de besluitvorming rond het ruimen van dieren uit de kudde. Dit is meestal het geval wanneer het drachtverlies laat in de lactatie plaatsvindt.

Een drachtverlies eindigt wanneer:

  • het dier wordt opnieuw geïnsemineerd

  • het dier drachtig wordt gescand

  • het dier aan het afkalven is

  • 30 dagen zijn verstreken zonder dat er tocht is gedetecteerd

Een active oortag of active halsband moet minimaal 45 dagen zijn aangebracht voordat een melding van drachtverlies wordt ontvangen.

Was dit een antwoord op uw vraag?